Taal is mijn instrument, bullshit en zinloos gezeik mijn onderwerp, aldus Brusselmans over zichzelf. Dat de veelschrijver Brusselmans, met zestig titels op zijn naam, ooit een vrij succesvol voetballer was en momenteel een eigen minivoetbalclub heeft, valt uit zijn gestalte niet direct op te maken. De langharige excentrieke verschijning, die veel in de media opduikt (in Nederland vooral in DWDD), studeerde filologie, een tak van taalkunde die zich vooral richt op dode talen, waarna hij in een bibliotheek van het ministerie in Brussel kwam te werken. Hierover schreef hij zijn eerste roman 'De man die werk vond' in 1985, waarna er velen volgden en Brusselmans mede de bakermat ging vormen voor de Vlaamse literatuur die opkwam begin jaren tachtig.
Brusselmans staat, zowel in zijn werk als in het openbaar, vaak garant voor provocerende uitspraken. Hij is zowel een van de meest verguisde Vlaamse schrijvers wegens gehanteerde schuttingtaal en seksueel getinte uitspraken als een van de best verkopende schrijvers van Vlaanderen. Vooral bij een jong publiek is zijn werk populair.
Kortom, een allerminst kleurloos individu, die nog zoveel tekst in zich heeft, dat het een belevenis is om daar in levende lijve bij aanwezig te zijn als er iets uitstroomt.
Herman Brusselmans geïnterviewd door Eddy van der Ley, foto Sylka Fotografie.